Vrijwilliger Wilfried van den Boorn over zijn ervaringen tijdens een missie naar de afgelegen Upper-Arun Vallei

VRIJWILLIGER : WILFRIED VAN DEN BOORN

Distributing Education material and clothing in the Upper-Arun Valley

EINDELIJK

In november 2017 was het eindelijk zo ver. Al jaren keek ik er naar uit. Telkens ving ik bot wanneer ik naar de mogelijkheid tot een trek in de Upper Arun vallei informeerde. Telkens kreeg ik te horen dat daar geen buitenlanders werden toegelaten. En nu, bij toeval hoorde ik dat het gebied opengesteld was. Pim en Samjhana waren beiden al in Nepal. Harper en ik hadden gepland in november 2017 weer naar Nepal af te reizen om samen met Pim en Samjhana namens de stichting weer een hulpverleningstocht op touw te zetten. Dat leek me nu de uitgelezen gelegenheid om die dan in de Upper Arunvallei te plannen. Gelukkig viel het plan bij alle drie in goede aarde. Een voor mij bijkomend voordeel was ook nog dat deze tocht niet al te hoog zou gaan. Het lichaam begint gebreken te vertonen waar ik niet gelukkig mee ben maar wel rekening mee moet houden.

VOORBEREIDINGEN

Ter voorbereiding heb ik met de hulp van vrienden allerlei zaken verzameld. Zo gaat er dit keer in mijn bagage 20 kg. aan goede kinderkleding mee, 4 laptops, 2 tablets, medicijnen en nog wat andere bijkomende zaken. Gelukkig mag ik dit keer van Qatar 40 kg. aan bagage meenemen en op de luchthaven doen ze dan ook weer niet al te moeilijk wanneer het een kilo of 4 meer blijkt te zijn.
Nadat Kathmandu achter de rug is, er nog allerlei materiaal gekocht is voor de te bezoeken schooltjes, vertrekken we met ons vieren, vier dragers en alle bagage. Dat gaat met een soort jeep. Het voert te ver om die reis te beschrijven dus beperk ik me maar tot; we waren bijna over de rand van het ravijn geschoten, ik wist niet dat je met een stuk zeep gaten in een kapotte benzinetank kon repareren en, jammer dat we er drie dagen voor nodig hadden om bij ons startpunt te komen.

WISSELENDE OMSTANDIGHEDEN, HET BLIJFT NEPAL

Maar op weg zijn we, dat is zeker. Al na een paar dagen blijkt er geen ruimte te zijn om ons oorspronkelijke plan uit te voeren. Dat zou een gedeeltelijke tocht door onbewoond gebied ingehouden hebben om dan bij Taplejung uit te komen.
De dorpen waar we doorheen komen zijn arm, soms zelfs zeer arm. En er is niet alleen nood aan kleding voor de kinderen. Ook materialen om de leraren van, een wat uitgebreider scala aan, lesmateriaal te voorzien. Nee, er blijkt ook nood te zijn aan medische hulp. En voor zover dat in ons vermogen ligt bieden we die hulp. Er is in het tweede dorp dat we aandoen een klein meisje met een ernstige scabiës infectie. Bij toeval zit er een “Health post” in dat dorp. Daar kopen we dan antibacteriële zalf en antibiotica. Samjhana zorgt eerst dat ze gewassen wordt voordat de behandeling een begin krijgt. Een diep triest gezicht al die bultjes over het hele lijfje met als dieptepunt de bloedende massa van de billetjes. Jammer genoeg blijkt in dat dorp weer de laagheid van sommige mensen. De medewerker van de Health post is een oplichter. Hij verkoopt de medicijnen tegen prijzen die vier of vijf keer over de kop gegaan zijn. Dat is verboden, hij moet ze verkopen voor de door de staat vastgestelde prijs. En hij blijkt ook al een keer vastgezeten te hebben voor dit soort praktijken.

HULP ONDERWEG

We komen in de volgende dagen vaak kleine kinderen met ernstige brandwonden tegen. Bieden dan aan om het ernstigste geval in het ziekenhuis in Dharan te laten behandelen. Dit samen met een jongen die een vuistgroot gezwel midden op de ruggengraat heeft. Bij ieder dorp is het weer afwachten wat je aan zult treffen en wat je zelf op zult kunnen lossen.
Op de schooltjes zijn ze zeker blij met al de spullen die we komen brengen. Een aantal schooltjes heeft zelf al redelijk wat materiaal terwijl andere het met bijna niets moeten doen. Ook bij het verdelen passen we dus gaandeweg aantallen en soort zaken aan.En zoals boven al gezegd, het gaat langzaam. Langzaam omdat we toch eerst een inventarisatie willen hebben van wat er nodig is. Er soms kinderen, of volwassenen uit verder afgelegen delen gebracht worden die een probleem hebben. En natuurlijk dienen we een documentatie bij te houden voor onze sponsoren zodat die zien waar hun bijdrage naar toe gaat. En ja, vaak wil het dorp ook als dank een eerbetoon houden. De uitreiking van kata’s vormt altijd wel een onderdeel samen met de bloemenkransen en de tikka. Maar er wordt ook voor ons gedanst door de oudere vrouwen in een dorp. En gelukkig wordt er af en toe ook samen gelachen.

AFRONDING

Concluderend kan gezegd worden dat we weer een keer bevestigd hebben gezien, en gevoeld, dat hulp noodzakelijk kan zijn. En weer bleek dat de manier waarop onze kleine organisatie werkt goed is. We verlenen hulp op plaatsen waar de grotere organisaties niet komen omdat er geen wegen zijn. En we komen dichter bij de bevolking omdat Samjhana als Nepalese deel uitmaakt van ons team en dat verkleint de barrière enorm.

Het was goed om weer, in gezelschap van vrienden, terug te zijn in Nepal. En ik ben erg blij dat we hier en daar weer wat verlichting hebben kunnen bieden. Niet genoeg, dat besef ik iedere keer weer, maar iedere daad helpt een beetje en samen komen we dan tot een groter geheel.

12-01-2018
Wilfried van den Boorn


/* FACEBOOK */